Cursus Ontwikkelingsprofiel
In het gedrag van volwassen mensen zijn bepaalde patronen terug te vinden. In hoeverre denkt, voelt en handelt iemand zoals je bij zijn leeftijd zou verwachten, en in hoeverre wordt gedrag bepaald door ‘vroege’ of minder ontwikkelde patronen? Voor hulpverleners, coaches en managers is het belangrijk om inzicht te krijgen in iemands zwakke en sterke kanten. Dit kan onverwachte (crisis)situaties voorkomen. Het ontwikkelingsprofiel brengt persoonlijkheidskenmerken helder in kaart. Zonder dat uitgebreide en tijdrovende interviews nodig zijn, kan het ontwikkelingsprofiel als referentiekader ingezet worden. Zo kan in korte tijd een goede inschatting gemaakt worden van iemands sterke en zwakke persoonlijkheidskenmerken.
Sterkte/zwakte analyse
Het profiel kan het diagnostisch proces verbeteren: op basis van de zwakte/sterkte analyse kan men een goed geïnformeerde keuze voor een behandelvorm maken. Ook kan aan de hand van het profiel de focus van een behandeling bepaald worden. Het ontwikkelingsprofiel komt voort uit de ontwikkelingspsychologie en wordt genoemd in de multidisciplinaire richtlijn Persoonlijkheidsstoornissen.
Het profiel combineert het psychoanalytisch referentiekader met bestaande classificatiesystemen zoals de DSM-IV op empirisch toetsbare wijze en wordt geactualiseerd op basis van resultaten uit validiteit- en betrouwbaarheidsonderzoek.
Meer lezen? Zie het artikel Impasse of uitweg. Inschatting van de psychosociale vermogens met het Ontwikkelingsprofiel.
Kennen is herkennen
Een cursus in het Ontwikkelingsprofiel duurt 15 uur verdeeld over enkele dagdelen. Daarin leer je een intake of behandelverslag vanuit het ontwikkelingsprofiel te beoordelen en een keuze voor een behandelvorm te maken.
Voor wie?
GZ-psychologen, psychotherapeuten, klinisch psychologen, eerste lijn psychologen en psychiaters (in opleiding), psychiatrisch verpleegkundigen en vaktherapeuten.
Interesse? Neem vrijblijvend contact op.
Cursus Affectfobie psychotherapie
Gevoelens zijn vitale signalen die sturing geven in het leven, zij vormen de motiverende kracht achter ons denken en handelen. Als een kind in de loop van zijn ontwikkeling aanvoelt dat bepaalde gevoelens niet geaccepteerd worden dan zal hij deze verdringen. De gevoelens raken verbonden met negatieve betekenissen en brengen angst of schuldgevoelens teweeg. Als volwassene is hij niet meer in staat zijn gevoelens op een adaptieve wijze te uiten. Er ontstaat een (psychodynamisch) conflict tussen de gevoelens en de daarmee geassocieerde angst.
McCullough noemt deze angst voor gevoelens een affectfobie: een angst voor verlangens en gevoelens in de persoon. Volgens de cognitieve gedragstherapie kunnen externe fobieën met behulp van systematische desensitisatie (response preventie, exposure en angstregulatie) succesvol behandeld kunnen worden.
Doel therapie
Affectfobietherapie (AFT) heeft als doel patiënten te helpen de afgeweerde gevoelens weer toe te laten en te leren hanteren. Dit werkt activerend en motiverend. Bij de start van de behandeling stellen therapeut en patiënt een of enkele thema’s vast die aansluiten bij de bewuste beleving van de klachten en de problemen. Bijvoorbeeld een steeds terugkerend conflict in het contact met anderen, een gebrek aan vertrouwen of problemen met verlies en rouwverwerking. Deze thema’s vormen het focus van de behandeling.
Effect AFT
In de AFT zijn technieken uit de psychodynamische, cognitieve gedragstherapie en experentiële psychotherapieën geïntegreerd. Uit wetenschappelijk onderzoek (RCT’s) bleek dat AFT effectief is bij patiënten met depressie, angst- en cluster C persoonlijkheidsproblematiek.
Meer weten? Lees het artikel Affectfobietherapie.
Bij RINO Amsterdam verzorg ik een vierdaagse inleidende opleiding AFT en een vervolgopleiding AFT.
Na afronding van de vervolgopleiding wordt u lid van het register Affectfobietherapie van de Nederlandse vereniging voor psychoanalytische psychotherapie (NVPP)
Interesse in workshop of cursus op locatie? Neem vrijblijvend contact op.
Workshop De dood onder ogen zien
Doodsangst bespreken in de behandeling
Gedachten over de eigen dood zijn bij vrijwel iedereen op de achtergrond aanwezig. Doodsangst uit zich vaak in een onrustig gespannen gevoel en het idee dat onszelf of onze naasten iets zal overkomen. Angst voor de dood komt op de voorgrond door een ernstige ziekte, het verlies van een naaste, een ongeluk op het werk of een ramp. Krijgt het leven weer zijn normale loop, dan bannen we de dood uit ons leven en bezweren we de angst door de illusie te koesteren dat we onsterfelijk zijn.
In de therapeutische behandeling wordt weinig gepraat over de dood, hoewel het duidelijk is dat de dood een belangrijke rol speelt in ieders leven. Als de therapeut er niet over begint, blijft de dood vaak onbesproken.
In deze workshop staan de volgende vragen centraal:
- Hoe herkent de therapeut de verschijnselen van doodsangst?
- Wat helpt hem de dood te bespreken in individuele behandelingen en systeembehandelingen?
- Op welke wijze kan hij de cliënt helpen de angst voor de dood te hanteren?
De nadruk ligt op het praktisch oefenen met de bespreking van de dood en angst daarvoor. Ook zijn er korte theoretische inleidingen over de achtergrond van de doodsangst en resultaten uit empirisch onderzoek. De workshop wordt op locatie gegeven.
Interesse? Neem vrijblijvend contact op.