Bij uitgeverij Hogrefe is verschenen mijn boek:
Affectfobietherapie in de praktijk
Gevoelens geven energie en kleur aan ons leven. Zij helpen om de juiste keuzes te maken, dichtbij anderen te zijn en grenzen te stellen. Maar gevoelens kunnen ook beangstigend zijn. Bijvoorbeeld als we vrezen overweldigd te worden door wat we ervaren. Als we bang zijn voor wat we voelen dan kunnen we een zogenoemde emotie- of affectfobie ontwikkelen. We trekken ons terug, durven niet meer kwetsbaar te zijn en krijgen last van spanning, onrust of vage lichamelijke klachten.
Als cliënten hier last van hebben dan kan de affectfobietherapie behulpzaam zijn. AFT is eind vorige eeuw ontwikkeld door Leigh McCullough. In AFT zijn psychodynamische, cognitief gedragstherapeutische en experiëntiële technieken geïntegreerd met als doel emoties weer toe te laten en te leren hanteren. Uit onderzoek blijkt dat vooral mensen met angst en depressieve klachten en mensen met ontwijkende en afhankelijke persoonlijkheidsproblematiek er baat bij hebben.
Affectfobietherapie in de praktijk biedt een praktische uitleg van deze evidence-based therapeutische werkwijze. In acht heldere hoofdstukken komen achtereenvolgens het behandelmodel, indicatiestellng, het kernconflict en herstructurering van de afweer, het gevoel, het zelfbeeld en het beeld van de ander aan de orde. Alle theoretische concepten worden steeds geïllustreerd met inzichtelijke patiënt-therapeutdialogen. Bovendien wordt geregeld de mogelijkheid geboden om de behandelde stof toe te passen op eigen casussen.
‘Een helder geschreven werkboek over AFT, een bewezen effectieve psychodynamische behandelvorm. Concreet, niet hoogdravend, geschreven in een voor alle psychotherapeuten leesbare taal, gericht op het “doen” van de behandeling. Concepten als affect, weerstand en overdracht worden aan de hand van praktische voorbeelden goed uitgelegd en hanteerbaar gemaakt. Een “must” voor iedere psychotherapeut.’
Thijs de Wolf, psychotherapeut/ klinisch psycholoog, hoofdopleider psychotherapie
‘Affect Fobie Therapie (AFT) is ontwikkeld vanuit de praktijk van de psychotherapie: hoe kun je patiënten die gevoelens afweren, of, anders gezegd, fobisch zijn voor hun affecten, helpen deze juist onder ogen te zien? Leigh McCullough integreerde ideeën en methodieken afkomstig uit uiteenlopende psychotherapeutische tradities in AFT, een van de recente ook in onderzoek veelbelovende therapievormen. Quin van Dam is erin geslaagd deze therapievorm voor het Nederlandse taalgebied toegankelijk te maken in een leesbaar, praktijkgericht boek. Het zal zijn weg weten te vinden naar vele psychotherapie-opleidingen.’
Sjoerd Colijn, psychotherapeut/klinisch psycholoog, hoofdopleider psychotherapeut
Dit boek is ideaal voor psychologen, klinisch psychologen, psychotherapeuten en psychiaters in opleiding en voor hen die al werkzaam zijn in de klinische praktijk.
€ 24,95 | 224 pagina’s | ISBN 978 94 92297 01 3 | NUR 770 | bestel op Hogrefe
Het gevreesde levenseinde
Hoewel de dood een belangrijke rol speelt in ieders leven, komt deze niet vaak ter sprake in de behandeling. De behandelaar verwerft in zijn opleiding weinig theoretische of ervaringskennis over de angst voor de dood en de laatste levensfase. Daardoor is hij niet getraind om samen met de patiënt te bespreken wat zijn eigen dood of die van een naaste voor hem betekent. De ontvankelijkheid van de behandelaar voor de signalen van doodsangst is echter zeer belangrijk, juist omdat deze angst voor een groot deel onbewust aanwezig is en vaak overdekt wordt door andere zorgen.
In dit artikel bespreek ik eerst de doodangst bij de patiënt, de factoren die daarop van invloed zijn en hoe de verschijnselen van doodsangst te herkennen zijn. Vervolgens behandel ik het thema doodsangst in de behandeling, de belemmeringen bij de behandelaar en de verschillende mogelijkheden om het levenseinde te bespreken. Tenslotte voer ik een pleidooi voor gericht onderwijs over de dood.
Meer weten? Lees het artikel Het gevreesde levenseinde. De vele gezichten van doodsangst.
Of een van de volgende artikelen:
- Psychotherapeuten en de dood. Pleidooi voor educatie.
- De vele gezichten van doodsangst herkennen en bespreken.
- Doodsangst in de huisartsenpraktijk.
- Existentiële doodsangst, een lacune in de psychoanalyse.
- Recensie Voltooid leven
- Doodsangst en doodsverlangen bij ouderen
- Psychotherapie bij een stervende patiënt: dilemma’s en mogelijkheden in de terminale fase
- Doodsangst bij ouderen
- Het ongeleefde leven. Doodsangst en spijt als bronnen van herstel
In bijgaand interview vertel ik hoe mijn wetenschappelijke interesse in het thema doodsangst voortvloeide uit de doodsangst die ik beleefde na het overlijden van twee broers: https://vimeo.com/prelum/review/924914641/ffef00ddb5.
Weerstand in de psychoanalyse
Freud beschouwde de onderkenning en behandeling van weerstand als een van de hoekstenen van de psychoanalytische therapie. Veel van de huidige praktiserende psychoanalytici zijn het daarmee eens.
Het is opvallend dat de inhoud van het begrip ‘weerstand’ zoals dat in de dagelijkse praktijk wordt gebruikt, niet wetenschappelijk is onderzocht; de omschrijving ervan is tot dusver alleen gebaseerd op klinische evidentie en theoretische overwegingen.
Om het begrip op wetenschappelijke wijze te verhelderen en af te bakenen, onderzocht ik of en hoe (Nederlandse) praktiserende psychoanalytici het concept in hun klinische praktijk gebruiken. Dergelijk onderzoek wordt in de psychoanalytische onderzoeksliteratuur aangeduid met de term begripsonderzoek.
In dit artikel beschrijf ik de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd en de resultaten daarvan. Ik illustreer dat met klinische voorbeelden.
Meer weten: lees het artikel Weerstand in de psychoanalyse.
Sterke en zwakke kanten
In het gedrag van volwassen mensen zijn bepaalde patronen terug te vinden. In hoeverre denkt, voelt en handelt iemand zoals je bij zijn leeftijd zou verwachten, en in hoeverre wordt gedrag bepaald door ‘vroege’ of minder ontwikkelde patronen? Voor hulpverleners, coaches en managers is het belangrijk om inzicht te krijgen in iemands zwakke en sterke kanten. Dit kan onverwachte (crisis)situaties voorkomen. Het ontwikkelingsprofiel brengt persoonlijkheidskenmerken helder in beeld.
Meer weten? Lees het artikel Impasse of uitweg. Inschatting van de psychosociale vermogens met het Ontwikkelingsprofiel.
Affectfobietherapie
Als een kind in de loop van zijn ontwikkeling aanvoelt dat bepaalde gevoelens niet geaccepteerd worden dan zal hij deze verdringen. De gevoelens raken verbonden met negatieve betekenissen en brengen angst of schuldgevoelens teweeg. Als volwassene is hij niet meer in staat zijn gevoelens op een adaptieve wijze te uiten. McCullough noemt deze angst voor gevoelens een affectfobie: een angst voor verlangens en gevoelens in de persoon. Affect Fobie therapie (AFT) heeft als doel patiënten te helpen de afgeweerde gevoelens weer toe te laten en te leren hanteren. Dit werkt activerend en motiverend.
Meer weten? Lees het artikel Affectfobietherapie.
Of een van de volgende artikelen:
- Twee wegen naar Rome. Hoe behandelen een psychodynamisch en cognitief gedragstherapeut zelf-ander problematiek met Affectfobietherapie.
- Angstherkenning en gevoelsuiting in de Affectfobietherapie. Een pleidooi voor integratie in de psychodynamische therapie.
- Het kernconflict in de affectfobietherapie: een routekaart voor de behandeling.
- Affectfobietherapie in de praktijk
- AFT behandeling van het Negatieve zelfbeeld
- Affectfobietherapie bij verslavende liefdesrelaties
Balint intervisie
De Balintgroep helpt de huisarts te reflecteren op haar emotionele mogelijkheden en beperkingen en de invloed van haar functioneren als arts op het contact met de patiënt. Daardoor verandert haar houding van een ziektegerichte oriëntatie naar een patiëntgerichte houding.
Ook andere beroepbeoefenaars, zoals medisch specialisten, organisatieadviseurs, rechters, advocaten, verpleegkundigen en leraren worden in hun werk geconfronteerd met de vraag waarom het contact tussen hen en hun cliënten ondanks goede bedoelingen van beide kanten soms zo onbevredigend verloopt. Zij kunnen ook profiteren van de Balintintervisie.
Meer weten? Lees het artikel Wat voelt de dokter. De psychotherapeut als begeleider van Balintgroepen.
Afweer en weerstand
Een patiënt geeft zich soms niet over aan de behandeling en verstoort deze door weg te blijven of te laat te komen, door uitgebreide redeneringen ten beste te geven en door gevoelens weg te houden.
De psychotherapeut die in een behandeling geconfronteerd wordt met deze afweer of weerstand van de patiënt zal zich afvragen: waarom heeft de patiënt het nodig zich zo te gedragen? De therapeut beseft dat de patiënt zijn kwetsbare kanten niet zomaar weghoudt, maar het nodig heeft zo te doen. Hij werkt zo goed mogelijk mee, maar innerlijk gebeurt er iets wat hem angstig maakt. Vanuit het besef dat de patiënt geen andere mogelijkheid heeft dan zich zo te gedragen, kan de therapeut hem helpen bij het verwoorden van deze angstige gevoelens en bij zijn overgave aan de behandeling.
Meer weten over de verschijningsvormen van afweer en weerstand en de behandeling ervan? Lees het artikel: Afweer en weerstand.
Of het artikel: Afweermechanismen.
Overdracht en tegenoverdracht
Dhr. A. heeft het idee dat zijn therapeut B. op hem neerkijkt. Als A. deze veronderstelling met B. bespreekt blijkt dat hij ervan uitgaat dat B. net zo neerbuigend naar hem kijkt als zijn vader. Met andere woorden: A. draagt een patroon over op zijn therapeut dat kenmerkend is voor de relatie met zijn vader. Dit verschijnsel wordt aangeduid met het begrip overdracht.
Mw. C. is ernstig verwaarloosd in haar jeugd. Na verbreking van een relatie eist zij via de telefoon een huisbezoek van haar therapeut D. Als D. haar verzoekt naar de praktijk te komen reageert zij woedend en verbreekt zij het contact. D. voelt dat hij tekortschiet en is bang dat B zelfmoord zal plegen. De reactie van D. wordt aangeduid met tegenoverdracht. Tegenoverdracht is de tegenhanger van de overdracht.
Meer weten? lees het artikel De pracht van de overdracht.
Zie ook het interview: Mijn therapeut en ik.
Het profiel van de bekwame psychotherapeut
Ervaren en bekwame psychotherapeuten uit diverse therapiescholen hebben een aantal eigenschappen of competenties gemeen. Zij improviseren op basis van een grondige beheersing van de techniek, de theorie en de diagnostiek. De psychotherapeuten richten zich op belangrijke actuele psychologische en interpersoonlijke kwesties die van invloed zijn op het dagelijkse leven van hun patiënten en zij nemen in het contact met hun patiënten regelmatig het initiatief tot een uitwisseling van ideeën. Bekwame en wijze therapeuten delen hun levenswijsheid. Soms opereren zij als mentor of als coach, op andere momenten stellen zij zich op als therapeut die de onderliggende betekenissen van het gedrag van de patiënt interpreteert. Delen de bekwame therapeuten uit de diverse therapeutische scholen een aantal persoonlijke kenmerken?
Meer weten? Lees het artikel Het profiel van de bekwame psychotherapeut – Quin van Dam
Het heden in een psychodynamische behandeling
De patiënten die zich aanmelden voor een psychodynamische behandeling tonen allen de invloed van het verleden op het heden. Zij staan op een verkrampte, ingeperkte wijze in het leven en lijden daaronder. In de therapie proberen zij met gebruikmaking van de therapeutische relatie te veranderen, en los te komen van de verstorende invloed van het verleden op het heden.
Betekent dit dat in een psychodynamische behandeling alle aandacht gericht is op het verleden en het heden van ondergeschikt belang is? Hoe wordt het heden gebruikt in de behandeling? Stapt de psychotherapeut er snel uit om te begrijpen waar iets vandaan komt en wordt het heden aangegrepen als springplank naar het verleden? Wat gebeurt er als hij langer met zijn patiënt in dat heden blijft, wat speelt zich dan af bij de patiënt en bij de therapeut, welke verandering geeft dat?
Meer weten? lees het artikel Het actuele moment in een psychoanalytische behandeling.
Perversies
Vanaf de grondlegging van de psychoanalyse onderzocht Freud de invloed van seksuele verlangens op het menselijk gedrag en het gevoelsleven. Hij probeerde te verklaren hoe verdrongen seksuele gevoelens tot hysterische symptomen, tot perversies of tot seksuele disfuncties kunnen leiden. Met de ontwikkeling van de psychoanalytische theorie en praktijk veranderden ook de opvattingen over seksuele problematiek.
In dit artikel beschrijf ik de klassieke en hedendaagse psychoanalytische visie op seksuele disfuncties, op perversies en op internetverslaving (cybersex). Daarnaast belicht ik de behandelaspecten van deze problematiek.
Meer weten? lees het artikel: Psychoanalytische visies op perversies en seksuele disfuncties.